De bevreesde man op de voorgrond; geel van de in
1904 en 1941 opgebrachte lijnolievernis. Gaten in zijn
rechter elleboog zijn overgebleven van de vroeger daar
bevestigde reling van de loopgang die tot 1941 ook in de
koorsluiting doorliep.
De bevreesde man, na het afnemen van de vernis en het
retoucheren van de beschadigingen in de verfaag. De
in wit opgezette omtreklijnen van de fguur heeft Jacob
Corneliszoon bij het aanbrengen van de zwarte contour
niet overschilderd maar zichtbaar gelaten zodat de scha-
duwkanten gerefecteerd licht lijken op te vangen en zo
de plasticiteit van de fguur versterken. Een raffnement
van Jacob’s eenvoudige schildertechniek.
De engel met de staaf waaraan de weegschaal hangt. Door verfverlies
en de dikke gele olievernis is de fguur vervaagd. De witte krijtlijn
is aangebracht voor het opmeten en tekenen van de voorstelling als
voorbereiding van de restauratie.
De engel na het afnemen van de vernis en het retoucheren van de
reparaties en beschadigingen in de verfaag. Het laatgothisch realis-
tisch geplooide kleed van de engel heeft zijn plasticiteit herkregen.
De lichthogingen zijn opgebouwd met voor Jacob Corneliszoon
kenmerkende evenwijdige verfstreken. Het handschrift van een
schilderende tekenaar.