Onder een gothische baldakijn zit God
als een gekroonde vorst op zijn troon.
Hij zegent met rechts en heeft een rijks-
appel(!) op schoot in zijn linkerhand.
Vanachter de wolken om zijn nimbus
zijn vier kleine engeltjes in gebed op hem
gericht. Onder hem verheft zich een hoge
gothische fontein waarvan het ronde
bekken en de voet gedeeltelijk op het
naastgelegen vak zijn weergegeven.
Onder de baldakijnachtige veelhoekige
bekroning bevindt zich een platte schijf
die door een uitkraging van de veel-
hoekige kolom wordt ondersteund.
Naar beneden toe vernadert de veel-
hoekige zuil in een gewrongen zuil.
De overgang is gemaskeerd door een
bolle schijf die zich bevindt op een niet
oorspronkelijke plank. Hoe de
afscherming gezien moet worden is niet
duidelijk en of deze vroeger overeen-
komstig de oorspronkelijke werd
gekopieerd, is onbekend. Bekken en voet
zijn nu gereconstrueerd naar de in het
naastgelegen vak aanwezige delen. Achter
het fonteinbekken staan ook enige
uitverkorenen naar boven te kijken.
Vak 8
God als een gekroonde vorst op zijn troon
22