Dit gewelfvak is breder dan het oude
beschot. Dit is het gevolg van de maat-
veranderingen die tijdens de in 1923
begonnen restauratie in de kapconstruc-
tie rondom de herbouwde viering zijn
geslopen. Het vak wordt opgeluisterd
door de fguur van Maria met de
zeven zwaarden.
Deze zwaarden behoren bij de devotie
van de zeven smarten van Maria waar-
aan het Maria-altaar mede was gewijd.
Hoewel geschonden door het langdurig
verblijf op natte keldervloeren in
Amsterdam en daardoor geleden verf-
verlies, is de kwaliteit van de schildering
nog steeds herkenbaar in de houding van
de treurende fguur, de samengevouwen
handen en het gezicht.
Tweede oostelijk vak naast de viering
44